[v. Lat. nonus = negende]
1 (muz.) negende toontrap; interval van 9 toontrappen van de grondtoon af;
2 [v. kerk. Lat. ad horam nonam = bij het negende uur = 3 uur na de middag] (rk) getijde voor het 9e uur, het laatste der zgn. kleine uren (prime, terts, sext en none).