I [kerk. Lat. ad horam tertiam = op het 3e uur] het vierde van de kerkelijke getijden te bidden op het derde uur (9 uur v.m.).
II [Lat. tertius = derde] derde toon van grondtoon af; interval van drie tonen (grote terts, van 1 hele en 2 halve; kleine terts, van 3 halve).