Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Kordon

betekenis & definitie

ook: cordon [Fr. cordon, verklw. van corde = touw; zie koord]

1 draagband; geweerriem;

2 keten van miI. troepen of posten langs of rondom een gebied ter vorming van een afweerlinie, ook tegen uitbreiding van besmettelijke ziekten, smokkelarij, om ontsnapping van misdadigers te voorkomen e.d.;

3 kordonlijst.

< >