[v. Gr. phasis = verschijningsvorm, van phainein = (ver)schijnen]
1. (alg.) trap van ontwikkeling die een of ander verschijnsel in een bep. stadium bereikt heeft; ook: dat stadium zelf;
2. (astr.) schijngestalte van de maan, d.w.z. het door de zon verlichte gedeelte dat wij van de aarde af zien;
3. (trillingsleer) het stadium waarin een periodiek verschijnsel (trillend punt, elektrische of magnetische trilling) zich bevindt, dus de stand in trillingsperiode; ook: de waarde in een periodiek veranderlijk verschijnsel, bijv. wisselstroom;
4. (fysische chemie) een deel van een systeem dat homogeen is, fysisch te onderscheiden en (althans in beginsel) mechanisch af te zonderen.
