(Mg, 12). (Gr. magnês of magnêtis lithos = steen van Magnesia; deze naam betekende ook → magneet, of ook een steen gelijkend op zilver, misschien talk; hoe deze naam op de onderhavige stoffen is overgegaan, is niet zeker). De vroege geschiedenis van magnesium is onzeker.
Zijn verbindingen werden vaak verward met die van mangaan. Een stof met den naam magnesia was in de oudheid bekend en werd gebruikt in de geneeskunde. Waarschijnlijk werd hiermee het carbonaat bedoeld. Het sulfaat werd reeds in 1695 bereid door Grey uit Epsomer bronwater onder den naam bitterzout. Het basisch carbonaat werd in de geneeskunde gebruikt onder den naam magnésia álba (Lat.; = wit magnesia), ter onderscheiding van magnesia nigra (Lat.; = zwart magnesia) of bruinsteen. Het werd dikwijls beschouwd als calciumcarbonaat.
In 1755 erkende Black (1728-1799) het verschil tussen beide. Het metaal werd het eerst geïsoleerd door Davy (1778-1829).