Gepubliceerd op 08-10-2020

Magneet

betekenis & definitie

(Lat. mágnes, gen. -nétis, of mágnes lapis = Gr. magnês, -êtos of magnêtis of magnêtês sc. lfthos = Magnesische steen, magneet). De Griekse naam vindt zijn oorsprong in den naam van de stad Magnêsia.

Volgens sommigen is hier bedoeld de stad Magnesia in Thessalië, volgens anderen Magnesia in Lydië. Het laatste is waarschijnlijk, omdat Sophocles (497-406) spreekt van Lydikê lfthos of Lydia = Lydische steen. Volgens Plato (427-347) noemt Euripides (485-406) dezen steen Magnêtis, terwijl de meesten hem lithos Hêrakleia = Heracleïsche steen noemen. Plinius (23-79) onderscheidt mdgnes (waarschijnlijk haematiet) en férrum vtvum (lett. levend ijzer, waarschijnlijk magnetiet). Plinius verhaalt dat volgens Nicander de naam van den steen is afgeleid van Magnes, den naam van den man die de aantrekkende werking het eerst had ontdekt. Hij deed die ontdekking toen hij bij het weiden van zijn kudde vond dat de nagels van zijn schoenen en het ijzer van zijn staf aan den grond kleefden.

< >