m
Titus is een Romeinse voornaam. De verklaring die eraan gegeven werd, vinden we in een scholion op Persius 1, 20: Titi sunt columbae agrestes 'T. zijn wilde duiven'. Het is o.m. de naam van de Romeinse keizer Titus Flavius Vespasianus (79-81). Hij komt ook voor als nieuwtest. naam: een leerling van Paulus (2 Kor 7,6 e.v.). Eusebius van Cesarea noemt hem als eerste bisschop van Kreta. Kerk. feestdag: 6 febr.
Tiziano Vecellio (Titiaan, dit is uitbreiding van Titus), de beroemde lt. schilder in de Renaissancetijd, geb. 1477 (?) in Pieve di Cadore, gest. 1576 in Venetië. Vgl. voor het gebruik in de 17e eeuw: Titus van Rijn, zoon van Rembrandt van Rijn, geb. in Amsterdam 1641. In 1669 werd, na de dood van de vader, een dochter geboren met de doopnaam Tietie, elders ook Tia en Titia genoemd. Titus werd na de oorlog wel eens gegeven in Nijmegen e.o., o.i.v. Titus Brandsma (1881-1942). Hij was priester (karmeliet) en hoogleraar in Nijmegen.
In 1942 werd hij gevangen genomen en kwam om in Dachau. Titus was in het Fri. 'verlatijnsing’ van Tiete, Tsjisse e.d.