Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Simon

betekenis & definitie

m

Waarschijnlijk is dit de Gri. vorm van Hebr. Simeon. Op de Gri. vorm kan de Gri. naam Simoon invloed gehad hebben, een afleiding van Gri. simos 'met een stompe neus’ (vgl. Simonides, de naam van een Gri. lierdichter uit Ceos, ca. 500 v. Chr.). Bij Tacitus komt de naam Simo(nis) voor als die van een jood.

Zie ook Simen. In het N.T. is de naam vrij frequent: Simon Petrus (zie Petrus); Simon Zelotes (de ijveraar), apostel; kerk. feestdag: 28 okt.; 18 febr. is de feestdag van Simeon, bisschop van Jeruzalem. De naam was al vroeg in gebruik: Rijnland 936 Simon, dit kan volgens Littger 162 nog een contractie zijn van Germ. Sigi(s)mund, of Sigiman (id. 198). In Ndl. vinden we de naam al in de 12e eeuw. Oudste aangetroffen vorm (Symona) dateert van 1450 (Van der Schaar). In de Bommelerwaard ca. 1600: Syn, Seine, Seijno, Seijnoom (de n in de verkorte vormen is het resultaat van de verwisseling van m en n in de volledige vorm).

< >