m/v
Fri. naam. Eenstammig verkorte Germ. naam, die samenhangt met het Ndl. werk-
woord geven, in namen oorspr. wel met de betekenis ‘gastvrij zijn' (zie geb-, Gabe en Gib). De naam kan echter ook verkort en gereduceerd zijn uit een tweestammige Germ. naam met ger- (‘speer1, zie -ger-), waarvan het tweede lid met b- begint, bijv. Gerbrand (m.) of Gerbrich (vr.; de r en I worden in de korte Fri. namen dikwijls geheel gereduceerd o.i.v. de kindertaal) en vgl. Stark 111: Gepa = Gerpirga. Volkomen zekerheid is bij dergelijke verkorte vormen niet te geven. Zie ook Jebbe.