v
Tweestammige Germ. naam met de betekenis '(de) moed (hebbende van een) ever’. Zie voor het eerste lid ever-; het tweede lid is -moed 'moed, toom, geestesgesteldheid' (zie -moed). Oostgot. Evermud in de 6e eeuw (Schönfeld. Wtb.). Vroeger in Noord-Holl. de (West-)Fri. vormen Jurmet, Joermoit. Vgl. voor deze Fri. vorm van het eerste lid: Jom, Jorre en Jorrit.