I.m
Eenstammig verkorte Germ. naam met als eerste lid dank- ‘geest, gedachte' (zie dank-). Dank-namen komen vooral voor in Ze., zie ook Dankaart en Tane.
II.dank-
m
Oorspr. betekenis is ‘het denken', vandaar 'gedachte, wil, zin, dank, loon, lof (vgl. tegen wil en dank). Got. “thagk; Oudhoogduits danc, Middelhoogduits dank; Middelnederlands danc 'gedachte, mening, zin, wil, loon, vergelding, prijs, roem'; Oudsaksisch thank; Oudfries thank, thonk, Nieuwfries tank; Angelsaksisch thanc. In persoonsnamen vermoedelijk in de oude betekenis 'het denken, geest’; vgl. hug-.