Officiële friese naam voor de Kuifduiker ← [Boersma 1972]. Net als voor de N situatie geldt, zal ook in Friesland de Kuifduiker verward zijn met de thans algemenere Geoorde Fuut ←.
Het is daarom zeker niet uitgesloten dat (in het veld) met Tufdüker aanvankelijk (mede) de Geoorde Fuut werd aangeduid.Albarda 1897 noemt geen friese naam voor beide soorten; De Vries 1912 heeft voor de Geoorde Fuut géén friese naam en voor de Kuifduiker twéé friese namen: Tufdüker en Stintling (met drukfout, er staat nl. "Sintling"). De Vries 1928 geeft voor de Kuifduiker: "Tufduker, Tufkeduker en Stintling." en voor de Geoorde Fuut: "Swartnek-Düker" (p.82/83).
ETYMOLOGIE fries tuf: naast tuf kent het fries de heterofonen tüf, tüfe en tufe. Deze woorden lijken sterk op E tuft (met paragogische t), dat ook hetzelfde betekent: 'kuif (van vogels), pluim, kwastje'. Voor E tuft geldt (in de woordenboeken) dat het geleend is uit het F, al verschillen weekley en WNCD van opgave over tijdstip en het exacte F/mf woord. Zou fries tüf(e), taf(e) dan ook uit het F geleend zijn? Naverwante germaanse woorden zijn niet te vinden; D Zopf (waarvoor zie sub Toppereend) staat er het dichtst bij, maar dan is de ♂ in taf onverklaard.