Benaming voor de Bruinkeelortolaan ←, genoemd in vD 1970. Het benoemingsmotief is niet slecht, want de Bruinkeelortolaan is inderdaad één van de vele "roestkleurige Gorzen".
Het merkwaardige is echter dat de Bruinkeelortolaan nauwelijks een N vogel genoemd mag worden: slechts 2x vastgesteld in N, de eerste gevangen in 1859 en omdat dit een (vrij nondescript) ♀ betrof, werd het geval pas 70 jaar later herkend!; de tweede is gefilmd in 1994.Grappig is tevens dat het woord ‘roestgors' in geen puzzelwoordenboek ontbreekt in de rubriek "vogel met 9 letters".
De naam wordt vermeld in Huizinga c.1900 (=Brehm) [Wilms 970404,2] en daarvoor in Meves 1886 als D Rostammer (tegenwoordig D Grauortolan, welke naam minder fraai en vager is; *Rostortolan zou beter zijn). Zweeds Rostsparv, noors Rustspurv, deens Rustvxrling en ijsl Hrjóstur-tittlingur [Bibic; NAE; Wilms 970416,1].
ETYMOLOGIE roest: <mnl roest; D Rost <mhd/ohd rost; E rust <oudengels mst; buiten het germ: Lat robigo < rubigo ‘roest'; litouws rudis ‘roest'. Al deze woorden zijn ten naaste verwant met de woorden voor 'rood' (voor de etymologie waarvan zie sub Roodborst).