Helgolandfriese naam voor de Frater [De Vries 1928]. De Vries 1911 spelt: Roadheset.
De Vries geeft de vertaling hiervan naar het fries: 'read hoas', en dit betekent in het N: 'rode kous'. De Frater echter heeft geen rode 'kousen' (of pootjes), de Frater heeft zelfs nergens rood, afgezien van een licht roze stuit, die echter meestal aan het zicht onttrokken wordt doordat de vogel er zijn vleugels over heen houdt. Nu betekent fries hoas óók kous in de zin van 'lampenpit'. Dit zou men in overdrachtelijke zin kunnen betrekken op de kruin van een vogel. Zo doende komen als kandidaten voor de naam de Kneu en de Barmsijs in aanmerking, die namelijk een rode kruin hebben! De opgave in De Vries berust dus ofwel op een vergissing, ofwel de helgolandse naamgever heeft zich vergist. In beide gevallen kon dit gemakkelijk gebeurd zijn, omdat Frater, Kneu en Barmsijs vroeger slecht van elkaar onderscheiden werden (vgl. sub Frijtertje en Frater).ETYMOLOGIE fries hoas: als D Hose (='broek'). Het woord is verwant met N huis en mnl hodde (vgl. sub Hoddebek).