Pelecanus crispus Bruch 1832. Pelikaan met gekroesde veren aan kop en nek, die broedt/broedde in de Balkan en rond de Zwarte Zee.
Er zijn (bij Vlaardingen (ZH)) botten gevonden uit het Laat-Neolithicum [Clason & Prummel 1978, het Vogeljaar 26(5)] en bij Katwijk in het jaar 0 [Noordam 1989, De Duinstag 4(1)]. Vermelding van broeden aan Schelde-, Rijn- en Elbemonding [Voous 1960; niet meer herhaald in Voous 1992; toch nog aangehaald in ZVN 1999] op basis van een korte mededeling van Plinius (c.77 na Chr.) ("Olorum similitudinem onocrotali ... Gallia hos septentrionalis proxima oceano mittit." [Wilms 001110,4]) is misschien een te vrije interpretatie. Inmiddels is er toch een veldwn. van de soort in N (december 1975 op de Hompelvoet in de Grevelingen (ZH) en januari 1976 aan het Mirnseklif (Fr)) officieel aanvaard [DB 25(1): 56].De N naam wordt vermeld in Kist. D Krauskopfpelikan bestond toen ook al [Kist 1954]. Schlegel 1844 echter geeft D Riesen Pelikan. Ook bij Bernatzik 1935: Riesenpelikan [HVM 1966]. In dierentuinen is de naam Dalmatische Pelikaan soms in gebruik.
ETYMOLOGIE Nkroes (bnw.) <mnlcroes, croesich 'krullend' [MH 1932], ook cruus, cruust en cruys (vd Kruisbes); fries kroes; D kraus <mhd krus; mnd krus. Verwant met N Kroos 'waterplant Lemna' en kroos 'ingewand van Eenden en ander gevogelte'. Zie ook Kreest, Krust 'Krakeend'. Germ *kru-s<idg *greus <*ger '(rond)draaien' [NEW; FWH].
Lat crispus (>E crisp 'gekroesd') is niet verwant met N kroes, maar met N rijs 'rijshout', mogelijk ook met ritselen (<mnl ristelen, risselen). Idg *(s)kreis[Mackensen].