Oude N benaming voor de (h.t.l. nauwelijks bekende) Keizerarend ←, door Snouckaert 1908 opzettelijk in de huidige naam veranderd. Het predikaat 'konings' komt ook voor in fries Keningsearn ←, deens/noors Konge0rn, zweeds Kungsörn, F Aigle royal en Sp Aguila Real, maar al deze namen staan voor de Steenarend ←, en niet voor de Keizerarend.
VolgensB&TS 1995 is Koningsarend ook een N naam voor de Steenarend.Het 'koninklijke' van de "Arend" wordt verwoord door Jacob van Maerlant (c.1266): vs.89 "
Aquila dats een aren.
Sente Augustijn seit te waren, Dat hi coninc es uutvercoeren Voer allen voghelen te voeren:"
ETYMOLOGIE N koning <mnl coninc, cueninc <oudnederfr cuning, cunig; oudsaksisch kuning; fries kening, koaning, keuning <oudfries kining, kinig, kening, kenig; D König <ohd kuning, chuning, chunig; E king <oudengels cyning; zweeds kung, konung; noors konge <oudnoords konungr; germ *kuningaz is in het fins overgenomen als kuningas 'koning' en in het litouws als küningas 'priester'. Het woord is afgeleid van germ *kunja '(voornaam) geslacht', waarmee N kunne 'sexueel geslacht', N kind en Lat genus verwant zijn (voor Lat gens zie gentilis sub Havik). De koning was een afstammeling uit een goddelijk geslacht.
Voor birdlore (=vogelfolklore) met 'koning' zie sub Goudhaantje.
