Sylvia melanocephala (J F Gmelin: Motacilla) 1789. Zuideuropese, kleine, op Zwartkop ← gelijkende Grasmussoort, die in de Lage Landen slechts zelden als dwaalgast voorkomt.
De eerste van inmiddels toch al zeven wn.en in N was pas in december 1980 (peildatum 1 januari 1996). De naam als in het lemma wordt genoemd in Van Dobben 1957 en NAE 1958. Voous 1960 noemt de soort Kleine Zwartkopgrasmus. Calkoen 1903 noemt de N naam Fluweelkopje en de wetenschappelijke Pyrophthalma melanocephala. Lytse Swartkop wordt voorgesteld als friese naam [List juny 2003].E Sardinian Warbler (=Kleine Zwartkop) moet haast een vergissing zijn; bij Schlegel 1844 volgde S. melanocephala onmiddellijk op S. sarda, de soort die in heel veel talen het bnw. 'sardijnse' heeft.
Kleinst Waterhoen Porzana pusilla (Pallas: Rallus) 1776. Sterk op het Klein Waterhoen ← gelijkende, in de Lage Landen zeldzame Ralachtige. Het Kleinst Waterhoen is in alle afmetingen iets kleiner dan het Klein Waterhoen. Albarda 1897 (p.69) vermeldt: KLEINSTE WATERHOENTJE, destijds nog met de wetenschappelijke naam ORTYGOMETRA PUSILLA (Pall.). De soort is dan "vrij zeldzaam". B&O 1822 vermeldt voor deze soort: "De kleinste [Waterral] of dwerg Waterral."
Fries Dwerchreidhintsje ←.
Lat pusilla 'zeer klein, nietig' <Lat pUsus 'jongetje', verwant met Lat puer 'kind' en Lat/N pullus 'kuiken'.
Kist 1954/1962 vermeldt zuidN (belgisch) Kleinst Porceleinhoentje.
F Marouette de Bâillon (< Râle de Baillon <Petite Marouette [Schlegel 1844]) en E Baillon’s Crake eren de Fransman Louis Antoine François Baillon (1778-1855). Initiator was Louis-Jean-Pierre Vieillot in 1819 met de naam Rallus Bailloni. Vieillot wist kennelijk niet van de beschrijvingen van Pallas (de nominaatvorm) in 1776 en van Johannes Hermann (ssp. intermedia) in 1804 [M&M].
