Lanius excubitor Linnaeus 1758. Een van de voorbeelden van een verkeerd gekozen officiële N naam voor een vogelsoort.
Uit NV 1789 blijkt uit de navolgende passage duidelijk dat 'Klapekster' de naam moest zijn voor een Ekster Pica pica ← die heeft leren praten: "Gelijk de Gaeij, zoo is de Aekster (zijn naeverwant) van nature zeer wel geschikt tot het leeren snappen. De jonge Aeksters, die om ze te leren klappen, uit de nesten worden genomen, brengt men op met roggebrood en melk. Men vindt 'er die in duidlijkheid van uitdrukking voor eenen welgeleerden Pappegaei niet behoeven onder te doen. Ons spreekwoord, hij klapt als een Aekster, heeft daer zijnen oorsprong." In vD 1970 vindt men de 'figuurlijke' betekenis van klapekster, te weten 'babbelkous'. Onder II. klappen vindt men hier: "1. naam voor het natuurlijk geluid van zekere vogels (eksters, raven, papegaaien)". Dit nu is op zijn minst niet volledig, maar ws. zelfs fout: onder klappen verstond/verstaat men het 'praten' van genoemde vogels, en dit is door de mens aan deze vogels geleerd (tegennatuurlijk dus!).De Klapekster werd wel gebruikt bij de vroegere Valkeniers (zie onder Wachter, een volksnaam voor de Klapekster), maar niet om te leren praten (=klappen, babbelen). De naam Klapekster moet dus wel oorspronkelijk op de ('gewone') Ekster geslagen hebben, en is dus abusievelijk overgegaan op een geheel andere, niet-verwante soort, die overigens wel enkele eigenschappen, zoals de lange staart en het wat bonte verenkleed met de Ekster gemeen heeft. De naamsverwantschap met Pica pica vindt men ook in sommige scandinavische namen voor enkele soorten van Klauwieren ←, de familie waartoe ook de Klapekster behoort (vgl. zweeds Skata en deens (Hus)Skade 'Ekster' met zweeds Törnskata en deens Tornskade 'Klauwier'), maar hier ws. louter op basis van oppervlakkige overeenkomst in houding en misschien ook kleur. De Klapekster heeft officieel in het zweeds en noors een andere (metNWachter ← verwante) naam. F Pie bavarde (=Ekster Pica pica) betekent letterlijk: 'babbelende ekster', dus komt naar het beeld volledig overeen met de Klapekster.
Houttuyn 1762 noemt de onderhavige soort Wagter, in NV 1789 staat: Blaeuwe klaeuwier. In Schlegel 1852 valt pas de huidige naam, in hoofdletters weergegeven, ten teken dat de naam geheel vanzelfsprekend de officiële N naam moest zijn.
ETYMOLOGIE N klappen <mnl clappen 'klappen (geven), praten, babbelen, klapperen, kloppen'; mnd klappen 'een hard geluid maken' <ohd chlapfon, klaffon. Er zijn vele germaanse verwante woorden met verschillende betekenisnuances, w.o. N kleppen en klepperen (o.a. 'het geluid van de Ooievaar'). Zie ook het mogelijk verwante Nkallen (zie sub Kale Kadotter). F clapper 'met de tong klakken' is een germaans leenwoord.