Door Houttuyn 1763 gebruikte naam ter benoeming van Linnaeus' 3e der Rallen, namelijk Rallus Lariformis. Op plaat XLV fig.6 geeft de auteur een aan Brisson ontleende gekleurde afbeelding van de soort, waaruit (min of meer) blijkt dat hier sprake is van een juveniele Zwarte Stern ←.
Houttuyn heeft de naam, schrijft hij, aan het hoogduits ontleend. Wüst 1970 geeft Schirtmöve 'Dwergstern' (het eerste deel hierin is vermoedelijk klanknabootsend) en Kirre ‘Visdief'. Suolahti heeft D Kirr-Möve en Kirmewe (1675) (zie sub Kermmeeuwtje). Van Beckum 1952 geeft voor D Kirre "ijseend; tortelduif" (niet bij Suolahti).ETYMOLOGIE kirren: de VK noemt het ww. "ger." (=D) en omschrijft met "Infrendere, frendere" (p.255) (Lat frendere 'knarsen, knarsetanden'; voor etymologie zie sub Grondeleend). Van Beckum 1952 noemt deze betekenis echter niet voor D kirren (maar: "temmen; volgzaam, gedwee maken; lokken, aanhalen"; hier zit dus weinig klanknabootsends in).