Gepubliceerd op 16-11-2020

Kaugek

betekenis & definitie

Volks?naam voor Grote Stern ← op Texel [Van Bemmelen in Wickevoort Crommelin et al. 1858; Dijksen 1992]. vDE 1993: "het eerste lid is onduidelijk, mogelijk van kaab 'Kobbe, Zilvermeeuw'; het tweede lid is ws. 'gek, dom'; vgl. F Fou de Bassan (=Jan-van-gent, letterlijk 'Zot van Bassaan') en N Mallemok en Dodo." vDE gaat dus uit van N oorsprong van de naam.

Temminck 1820 voerde de F naam Hirondelle de mer Caugek (>F Sterne caugek). De F naam zou uit het N overgenomen kunnen zijn; andersom zou evenwel ook kunnen. Als er van lenen sprake zou zijn, ligt het voor de hand te veronderstellen dat dit via het werk van Temminck is gebeurd.

"Kau-gèk" is een natuurgetrouwe weergave van de contactroep van de Lachstern, in BWP weergegeven met "kay-vek"; onomatopoëtische invloed lijkt dan aan de orde. De naam is dan echter bij de Grote Stern wel minder op z'n plaats, want deze roept "starriet".

C&C 1995 vermelden dat Caugek van oorsprong een R naam voor een of andere Stern is; dit bleek (bij schriftelijke navraag) een misverstand.

Ernout 1959, Pollard 1977, Muller 1926 en Boisacq 1938 noemen Gr Kauax en Kauex [Wilms 970706,1] als naam voor "een soort Meeuw" of als naam voor een Stern (vgl. Gr yodw goa-oo 'klagen'; vgl. sub Kauw). Het is niet zeker of hiermee de Lachstern, die in Griekenland algemeen broedt, werd bedoeld, maar de naam zou een fraaie onomatopee zijn.

< >