Helgolandfriese naam voor de Sperwergrasmus [De Vries 1911]. Reichenow 1920 geeft Katünger.
B&TS geven Grot Kattünjer voor de Grasmus Sylvia communis, hetgeen zou kunnen, want Reichenow geeft Lütj Ünger voor de Braamsluiper S. curruca, die iets kleiner is dan de Grasmus; maar het element Kat(t) vinden we bij Reichenow toch ook alleen maar bij de Sperwergrasmus. {B&TS betrekken daarom graag het element 'Kat' bij S. communis, omdat de N volksnamen Graskat, Greskater en Gresketje juist voor deze laatste gelden.} Voor het tweede deel, dat staat voor 'Grasmus uit de Grasmusfamilie, Sylvia' zie Unger. Het eerste deel zal het huisdier 'Kat' betekenen; deze kan een gestreept patroon met de vogel gemeen hebben en ook heldere ogen (groen bij de Kat, geel bij de Sperwergrasmus). Het probleem is alleen dat de Helgolander zelden of nooit met het volwassen kleed van de Sperwergrasmus geconfronteerd zal zijn, het enige kleed waarvoor genoemde kenmerken gelden. Op de najaarstrek komt de Sperwergrasmus in gering aantal wel op Helgoland, maar dan betreft het bijna uitsluitend juveniele vogels, die donkere ogen hebben en nauwelijks enige streping op de onderdelen.De Sperwergrasmus is een skulker-pur-sang (stiekem-wegkruiperige vogelsoort); mogelijk is dat de reden voor 'Kat-'. In dit geval zou het element 'Kat' ook wel op de overige Sylvia's betrokken kunnen worden, al skulken deze o.h.a. minder. [mb.98A,6]