Gepubliceerd op 16-11-2020

Groenpootruiter

betekenis & definitie

Tringa nebularia (Gunnerus: Scolopax) 1767. Eén der op de trek in de Lage Landen verschijnende Ruiters; deze kenmerkt zich door groene poten.

De roep van de Groenpootruiter is luid, melodieus, driedelig en lijkt iets op die van de Tureluur ( = ook een 'Ruiter'; ←).De wetenschappelijke naam (de kleur als van een (Lat) nebula 'mistflard, wolk' is gegeven door de Noor Gunnerus. Ook Linnaeus 1758 noemde deze soort, en wel onder de naam "(IX) Scolopax Glottis". Houttuyn 1763 (p.229-230) geeft in de marge alleen de naam "Glottis", hetgeen mogelijk betekent dat hij deze naam tevens als N naam voorstelt. Niettemin is er in zijn tekst sprake van de "Hollandsche naam Glut"! De tekst gaat als volgt: "Deeze maakt de derde Soort van BRISSON, onder den naam van groote gryze Poelsnep. De Ouden hadden hem Glottis of Pluvialis major, dat is groote Plevier, geheten. De Grieksche naam wordt in 't Sweedsche Glutt en 't Hollandsch Glut, nagevolgd. De Engelschen noemen hem groenpootige Ruiter, de Duitschers Meer-Hoen, de Napolitanen Leversina, de Bolonneezen Pluiero, die van Venetie Totano, en omstreeks het groote Meir, in 't Milaneesch, Girardel."

B&TS (p.115) geeft Glut ← op als een friese volksnaam voor de Groenpootruiter. De naam Glut, waarvan Houttuyn 1763 sprak, bestaat dus misschien nog steeds, althans is doorgedrongen tot een recent werk over vogelvolksnamen (B&TS). Noors Gluttsnipe en zweeds Glutt(snappa) zijn nu nog de officiële namen voor deze soort. [Jobling 1991; BWP III 1983; Loppenthin 1976; NAE 1958; Boer-DenHoed 1956] De Gr naam Glottis ('N' glottis 'menselijk stemapparaat') zou een mooie naam voor de Groenpootruiter zijn: de vogel is erg roeperig (zie boven). Volgens Jobling zou dit niet geheel zeker zijn. Thompson 1936 (p.80) veronderstelt zelfs dat het de Kwartelkoning kan zijn. Toch lijkt Houttuyn heel zeker van zijn zaak.

De andere van de twee door hem als 'klassiek' genoemde namen, "Pluvialis maior", staat in Jonston 1660 genoemd bij een er-redelijk-als-Groenpootruiteruitziende figuur (Tab.53, rechtsonder). De onderstreepte zin in het citaat uit Houttuyn 1763 zou eventueel een foute interpretatie van de auteur kunnen zijn, als zweeds/noors Glutt en fries Glut zuivere onomatopeeën zijn. Voor de driedelige roep van de Groenpootruiter zou dit qua klank eventueel nog kunnen, maar voor de roep van de Kluut (!) ← zou dit prachtig van toepassing kunnen zijn! Dit veronderstelt dan wel dat de naam van de ene soort (de Kluut) op de andere (de Groenpootruiter) is overgegaan (iets wat vroeger nogal gemakkelijk kon gebeuren). {Wüst 1970 geeft D Gluth én Klut voor nog weer een andere soort: de Griel.} Schlegel 1852: "163. TOTANUS GLOTTIS, Bechstein. De groenpootige ruiter [cursief]. Eens, op den trek, in het najaar, aan de oevers van het Haarlemmer meer geschoten.

Volgens SEPP, in den voorwinter, in het duin buiten Haarlem geschoten." Hieruit blijkt duidelijk, hoe slecht de soort in 1852 in N bekend is. De N naam staat dan ook cursief vermeld (als teken van het voorlopige karakter van de naam). Schlegel 1858 noemt ook weer Groenpootige ruiter. Uit de tekst (p.459) blijkt dat 'Totanus glottis, Bechstein' en 'Scolopax glottis, Linnaeus' dezelfde soort weergeven. Schlegel prefereert echter de naam door Bechstein gegeven. Nog steeds wordt, door Schlegel, de soort voor N opgegeven als: "... bezoekt ook, ofschoon zeer enkel, ons land." Thijsse 1944 hanteert nog steeds de naam Groenpootige Ruiter. In O&V 1925 en De Vries 1928 is het dan Groenpootruiter.

Het benoemingsmotief is voor wat de N naam betreft vermoedelijk overgenomen van E Greenshank (door Lockwood 1993 opgegeven als sinds Pennant 1768, maar kennelijk toch al ouder gezien het bovenvermelde citaat in Houttuyn 1763). De E naam had een 'voorbeeld' aan Redshank 'Tureluur' (<middelengels redshancks (1525)). D Grünfüssiger Wasserläufer [Schlegel 1844] (>D Heller Wasserläufer [Thijsse 1944; Hortling 1927 in HVM 1977 p.473] >D Grünschenkel [HVM 1977]).

Fries Grienskonk (fries skonk =E shank =D Schenkel). IJslands Grxnstelkur. Nieuwgrieks Trungas o prasinópous (Gr prasinos 'lookgroen'; pous 'poot'). De verkorte naam Groenpoot [B&TS 1995] wordt (anno 1996/2003) veel door N vogelaars gebruikt.

< >