Cygnus columbianus (Ord: Anas) 1815. In Amerika broedende tegenhanger van de Kleine Zwaan ←, die in N enige malen als dwaalgast is vastgesteld, voor het eerst op 15 februari 1976 op Schouwen-Duiveland (Zld).
De naam van het lemma staat in Dorèl & Van Gool 1989 [DB 11(3): 118] en in Rutgers 1964-1968. De naam is ws. een boekennaam, een vertaling van E/Am Whistling Swan. Tot 1997 werden beide als ondersoorten beschouwd, na 1997 als soorten [Sangster et al. 1997]. De wetenschappelijke naam columbianus verwijst naar de Columbia Rivier in de noordwestelijke V.S., waar de soort (als passant) voor de wetenschap werd ontdekt. Zie ook sub Flutzwaan.BENOEMINGSGESCHIEDENIS De N naam Fluitzwaan als (officiële) naam voor Cygnus columbianus zal aanvankelijk vooral gebruikt zijn onder aviculturisten of waterwildverzamelaars. Als naam voor een min of meer wilde soort komt hij ook voor in Merkem (WVl) [WVD], maar dan voor de Knobbelzwaan. Voor deze soort is de naam correcter, omdat de Knobbelzwaan een fluitend geluid met de vleugels maakt in de vlucht. Kleine Zwanen 'joelen' (met de syrinx), een geluid dat nauwelijks de klank van fluiten heeft. In 1785 hanteerde Pennant de naam Whistling Swan in plaats van Wild Swan. Men kan vermoeden dat ook E Whistling Swan in het begin voor de (met de vleugels fluitende) Knobbelzwaan gestaan heeft.
