Gepubliceerd op 16-11-2020

Dwerggors

betekenis & definitie

Emberiza pusilla Pallas 1776. Klein formaat van Gors (vandaar Dwerg-), die in de Lage Landen zeldzaam op de doortrek voorkomt.

Lijkt erg op een klein ♀ Rietgors; zal daarom en vanwege de zeldzaamheid bij ons bij het volk nooit bekend zijn geweest. De duitse naamgever van de wetenschappelijke naam (Peter Simon Pallas, 1741-1811) zal wellicht tevens die van de D naam (Zwergammer) geweest zijn. Hiervan is N Dwerggors de vertaling. Fries Lytse Goars betekent bijna hetzelfde ('kleine Gors'), maar is, evenals E Little Bunting (='kleine Gors'), eigenlijk een iets betere benaming, omdat de soort wel relatief klein is, maar niet zoveel kleiner dat de naam ‘dwerg' gerechtvaardigd is. Lat pusilla 'klein, nietig' <Lat pusus 'jongetje'; pusus is verwant met N puber en N pullus 'kuiken'. Schlegel 1852 spelt De dwerggors.

Tien jaar eerder, op 18 november 1842, werd het eerste exemplaar voor N op een Vinkenbaan in de buurt van Leiden gevangen en aan het Rijks Museum te Leiden cadeau gedaan. Schlegel 1844 (p.84) zegt hierover dat het naar zijn weten zelfs de eerste wn. voor Europa betekende. Inmiddels is het aantal N waarnemingen gegroeid tot minimaal 65 (maart 1996).

< >