Gepubliceerd op 16-11-2020

Dwerggans

betekenis & definitie

Anser erythropus (Linnaeus: Anas) 1758. Van alle bij ons voorkomende soorten Ganzen is dit één van de kleinste (alleen de Rotgans is gemiddeld nog kleiner), vandaar Dwerg-.

De Kolgans ← lijkt erg op de Dwerggans, maar is iets groter. In de Lage Landen is de Kolgans een talrijke wintergast (uit Siberië), de Dwerggans (uit noord-Scandinavië) is hier vrij zeldzaam.Schlegel 1852 geeft de naam dwerggans cursief en vermeldt: "Eenige malen op den doortrek in Noord-Holland gevangen". Als wetenschappelijke naam noemt hij Anser minutus, Naumann en in 1844 Anser Temminckii, Boie 1822. Temminck zelf hanteerde de wetenschappelijke naam Anser medius.

Schlegel 1844 noemt D Zwerggans en F Oie naine (beide thans nog de officiële D en F naam). D Zwerg 'dwerg' en F nain(e) 'dwergachtig'. De N naam kan hiervan overgenomen zijn.

Dat Linnaeus' naam Anser erythropus ten tijde van Temminck en Schlegel in ongenade viel, kwam door de foute naam (Gr eruthros ‘rood'; Gr pous ‘poot'; Dwerg- en Kolgans hebben oranje poten!). Houttuyn 1763 vertaalde dan ook met "Roodpoot[gans]" ←. Voor de Dwerggans en de Kolgans had Linnaeus slechts één naam en één omschrijving: "Anas cinerea, fronte alba.", vertaald door Houttuyn: "Eend, die Aschgraauw van kleur is, voor op den Kopwit."

Zuidafrikaans Dwerggans is Nettapus auritus (Boddaert) 1783, E Pygmy Goose, welke geen Gans is, maar een tot de tribus Cairinini behorende soort van Eend. De N naam is dan ook Afrikaanse Dwergeend. Deze soort komt niet in het wild in de WP voor.

< >