Volksnaam voor de Scholekster in de Kop van Noord-Holland [Pannekeet 1984 (1990)]. Het tweede element betekent 'kieviet' waarvoor zie Kieft en Kieviet.
De Scholekster heeft ongeveer de kleurverdeling van de Kieviet.Het eerste element verwijst naar de broedbiotoop, in Noord-Holland komt de grootste broeddichtheid inderdaad in de duinen voor. Anderzijds broeden er veel meer Scholeksters in Noord-Holland buiten de duinen o.a. in bouwland en in grasland [Ruitenbeek et al. 1990], daar zal de naam van het lemma dan ook ws. niet gangbaar zijn.
ETYMOLOGIE N duin <N duyne, sand-duyne; duynen (langs de kust van Holland en Vlaanderen) [VK] <mnl dune, duun, duyn, fries dun-, mnd dune, D Düne (15e eeuw) <mnl dune(n), E dune <F dune (13e eeuw) <mnl dune, terwijl E down 'heuvelachtig land' <middelengels doun <oudengels dun <oudnoords dunn 'dons' (vgl. sub Donsstormvogel) [WNCD 1980] of <keltisch dun(um) 'hoogte, fort' (vgl. sub Tuinfluiter). Oerbetekenis: 'door de wind bijeen(of: uiteen-) geblazen'.
