Naam voor de Boomleeuwerik, alléén opgegeven voor De Klinge (OVl) [WVD 1996, p.140]; het is dus een zeldzame naam. Maar bovendien is deze voor de Boomleeuwerik niet goed te verklaren: de vogel heeft geen bloedrode kleuren en de eitjes hebben weliswaar vlekjes, maar deze zijn bruin, niet bloedrood.
De naam is dus ws. een foute toepassing, één die mogelijk als volgt te verklaren is: te Lokeren (eveneens OVl) is Orliaantje een volksnaam voor de Boomleeuwerik; dit kan een onomatopee zijn, maar de naam lijkt erg op Ortolaan(tje) ←, de naam voor een Gorzensoort; de Ortolaan nu wordt ook wel Bloedschrijver ← genoemd, en zo kan 'bloed' met de Boomleeuwerik geassocieerd (geweest) zijn. In Engeland is Blood Lark een volksnaam voor de Geelgors (zie sub Bloedschrijver), maar óók voor de Boompieper. Om in Boompiepereitjes 'Schrijverkes-eitjes' en dan bovendien nog een bloedrode kleur te herkennen is wel enige goede wil nodig. Niettemin kan dit de reden voor de naam van laatstgenoemde zijn. Ook 'Lark' (=Leeuwerik) gaat 'in de richting' van een Pieper, hoewel Piepers en Gorzen officieel geen van beide Leeuwerikken zijn.ETYMOLOGIE N bloed <mnl bloet; oudnederfr bluod; fries bloed <oudfries blöd; achterhoeks blood <oudsaksisch blod; D Blut <mhd/ohd bluot; E blood <oudengels blod; ijslands/feroers blöd, noors/zweeds/deens blod <oudnoords blöd; gotisch blop. Het zijn uitsluitend germ woorden, waarvoor men kan aanknopen bij idg *bhlë 'op(z)wellen', waarvan ook bloeien, bloem en blad (zie sub Bladkoning).
