Gepubliceerd op 16-11-2020

Bleshoen

betekenis & definitie

Volksnaam voor de Meerkoet in Overijssel, Achterhoek, in Snellegem (WVl), Turnhout (A) en omgeving Weert (L) [B&TS 1995; Schaars 1989; WVD 1996; WBD; WLD]. Erzijnvariante vormen van de naam, zoals fries Swarte Blêsein [De Vries 1928] en Swart(e) blêsde ein [De Vries 1912], fries Blêsein en Blêskop [Visser 1993; Zantema 1992], oostfries Blârhenne (met rhotacisme), noordfries Bleskater, Bleskader en Bleshaen [De Vries 1912//1928], gronings Bleshounder [VPG 1983 p.51,170] en Bleske [Ter Laan 1929/1952], achterhoeks Bleshuuntjen en Bles-aende en liemers Bleshen, Bleshenneke [Schaars 1989], Bles en Blisse in west-ZeeuwsVlaanderen, Bleskop in Waasland (OVl) [WVD 1996], Bleshen in Belgisch Limburg, Bleskop in Schaesberg (L), Bleseendje in Venray (L) en Blutshen ← in Herk-de-Stad (BL) [WLD].

Het eerste element is N bles, duidend op het witte kopschild van de soort.Het tweede element ontbreekt, of komt overeen met '-eend' (wat in feite niet correct is), met 'haan', 'hoen' of 'hen', precies als bij het Waterhoen ← (wat dus ook niet correct is), of nog anders.

Hoe oud al deze namen zijn, kon ik maar bij benadering nagaan. Albarda 1897 gebruikt de naam Bleshoenders (mv. dus) voor de familie der Fulicidae, waartoe bij hem het Waterhoentje (heeft een 'rode bles'! vgl. etymologie!) en de Meerkoet gerekend werden. Schlegel gebruikt de naam Bleshoen nergens, behalve als D naam. Idem Houttuyn 1763, die echter deens Bles-aand en zweeds Blaos-Klacka opgeeft. De Vries 1928 vermeldt deens Blisand (Blesand bij Syv c.1700) en Blishone, welke laatste nu de officiële deense naam is. De Vries 1928 gaf ijslands Blesond, NAE 1958 en Loppenthin 1976 (officieel) ijslands Bleshxna (Bibic 1995 geeft ijslands Sjóghxna).

De Vries 1928 geeft ook noors Blishone. Officieel D is Blaflhuhn. Er zijn vele variante namen in het D [Wüst 1970]. De ouderdom van sommige namen is hoog: blazzen (mv?) [begin 14e eeuw, Gedichte des Königs von Odenwald], Plesslein (Sachs 1531), Blassling (1621) en Blafte (1780) [Wilms 971207,3; 971223,3]. Houttuyn 1762 vermeldt D Blessing, een naam die Wüst 1970 in deze vorm niet heeft (wél Bleftling).

Als zuiver N naam heeft Bleshoen een wat onduidelijke status. vD 1970/1995 bijv. noemt hem niet (wél: blespaard). Verder zijn er weinig vogelvolksnamen met bles-; alleen vlaams Bles(se)nachtegaal (eigenlijk: Blussenachtegaal) (=Zwarte of Gekraagde Roodstaart) en fries Blesgoes ← (=Kolgans).

< >