Dit zou volgens Albarda 1897 een volksnaam voor de Ekster in Noord-Brabant zijn; Thijsse 1944 en Rynja 1983 hebben deze naam overgenomen, maar B&TS 1995 niet. Meertens 1969 vermeldt de naam niet, vond hem dus kennelijk niet (ook niet in Noord-Brabant).
WBD 2001 heeft de naam wél opgekregen, maar alléén uit Breda (NB). Gespeld wordt: Atsel. De VK c.1618 vermeldt de naam (sub "EXTER, AECKSTER. Pica ...", p.180) als "germaans". Inderdaad is Atzel een D volksnaam voor de Ekster [Van Beckum 1952; Wüst 1970], bij HG 1669 is het zelfs de officiële naam (p.ll-28). Het woord is vrouwelijk; de kans, dat de naam misschien iets te maken heeft met het D ww. atzen 'doen eten', 'voeren van de Roofvogels door Valkeniers', is dan ook niet zo groot.
Er is ook D Ackzel [Wüst 1970] en daarin zit dan toch de wortel Akwaarvoor zie Aakster en Akke. In het D bestaan veel varianten op de naam in het lemma, waarin de a umlaut ondergaan heeft (Etzelein) of (veel in Westfalen) met H-prothesis (Hatzel, Hätzel, Hetzel) en dan soms met nóg andere klinker (Heister, Hiekster, Hutsche). Meertens rekent deze tot "een groep ekster-vormen waarin de gutturaal is weggevallen".De vele variaties duiden erop, dat de gebruikers van de namen zich niet meer bewust waren van de etymologie. Bovendien was er in het D een even groot aantal Gaainamen van invloed op de Eksternamen (namen die varianten zijn op Häher, zoals Heigster, Hätzler etc.; zie Heeger).