Buteo rufinus (Cretzschmar: Falco) 1827 (1) Philip Jakob Cretzschmar, die deze Buizerdachtige vogel uit o.a. de Balkan en Noord-Afrika voor het eerst beschreef, was een duits ornitholoog (1786-1845). Het mag dan ook wel als een bijna vaststaand feit worden aangenomen dat D Adlerbussard (<D Weissschwanziger Adlerbussard [Meves 1886]) er eerder was en dat de N naam hiervan de vertaling is.
Fries Earnfalk ← is van nog later datum. De D naam zal mogelijkerwijs minder met de gedachte aan ‘Arend' gegeven zijn dan met de gedachte aan ‘edel' of ‘adel' (wat in het D goed te verklaren is aan de hand van het woord Adler (vgl. sub Adelaar)). De Arendbuizerd is een iets grotere, dus 'edeler' uitvoering van de Buizerd, maar heeft toch lang niet de uitstraling van een ‘echte' Arend.(2) Schlegel 1858, Albarda 1897 en Buekers 1902 hanteerden de naam Arendbuizerd voor de Slangenarend ft, aan welke toestand Snouckaert 1908 een einde maakte. De naam was ws. geïntroduceerd door Schlegel, die voor de soort in 1844 D Gemeiner Schlangenbussard hanteerde; inderdaad heeft de soort Buizerdachtige trekken, bijv. het biddend jachtgedrag.