Muskaatwijn wordt verkregen door ingedroogde muscaatdruiven met wijn uit te trekken; ze hebben dientengevolge een zeer hoog zoetgehalte. Muscatels zijn blauwe druiven van een kloek type, die voornamelijk in Spanje, Californië en de Afrikaansche Noordkust aangekweekt worden. Tot de Muscatels behooren ook de mooie blauwe trosrozijnen, die als Malaga-rozijnen bekend staan en die vaak dienen om gemengd met amandelen aan het einde van een maaltijd rondgediend te worden (studentenhaver). Onder de Zuid-Fransche wijnen treft men enkele muskaatwijnen aan, die een geprononceerd Spaansch type hebben. De Muscaat Rivesaltes en Muscaat Lunel gelden als zeer fijne soorten, die in het FranschPyreneesch gebied op geheel Spaansche methode gewonnen worden.
Ook onder de Italiaansche wijnen treft men enkele merken aan van het muskaattype. De meeste muskaatwijn komt echter uit Algiers. Ook daar bereidt men dezen wijn door most met alkohol (wijndestillaat) stom te maken. Evenals de Spaansche wijn hebben de muskaatwijnen dan ook geen eigen type, zooals bijv. de Fransche roode wijnen. Ze gelijken merkwaardig veel op elkander. In het Wijnbesluit wordt genoemd Moscatel de Setubal, een muskaatwijn, die alleen onder overlegging van een certificaat van oorsprong hier te lande ingevoerd mag worden. Als gemiddelde samenstelling van Algerijnsche muskaatwijn wordt opgegeven; alkohol 17 volume %, extract 15,6 % totaal, wijnsteenzuur 0,4 %, azijnzuur 0,04 %, suiker 13,5 %, glycerine 0,3 %, voedingszouten 0,16 %.