Muskaatnoot - of Notemuskaat. Dit is het zaad van den muskaatboom (Myristica fragans), die oorspronkelijk alleen op de Molukken voorkwam. Thans wordt hij aangekweekt over de geheele Indische archipel, Mauritius, Madagaskar en Suriname. De boom is tweehuizig d.w.z. er komen mannelijke en vrouwelijke exemplaren voor.
De mannelijke boomen leveren de zoogenaamde „mannetjesnooten”, de vrouwelijke, de bij ons bekende muskaatnoten. De boomen kunnen ongeveer 60 jaar oud worden. Om het zaad zit de zaadmantel, die de foelie levert (zie aldaar). De noten worden vóór het verzenden gekalkt. Vroeger deed men dat om de kiemkracht weg te nemen, zoodat ze niet op andere eilanden aangeplant zouden kunnen worden; thans tracht men de noten op deze wijze te conserveeren en voor insectenvraat te behoeden.
De noot moet geurig zijn, bij persen moet olie zichtbaar worden. Verder dient men er op te letten, dat de noot niet wormstekig is en van binnen niet bezet met schimmel. Gemalen noot wordt meestal van ingedroogde en wormstekige noten (de zoogenaamde rompen) bereid. Vandaar de gewoonte, om noot zelf te raspen, in plaats van maalnoot te gebruiken.
Zware noten zijn de beste soorten. De Bandanoot is zeer geurig en geldt als de beste waar. Verder kent men Java-, Sumatra-, Amboina-, Penang-, en Singaporenoten. De Papoeanoot is veel meer langwerpig, lang zoo geurig niet als het kweekproduct en geldt als minderwaardig (boschproduct). De Bombaymuskaatnoot is eveneens een soort, die minder genoteerd staat dan de Archipelsoorten. Behalve de eischen, die onder Specerijen genoemd worden, moet notemuskaat nog aan de volgende eischen voldoen:
Bij verbranding mag niet meer dan 4,5 % asch achterblijven (te sterk gekalkte noten). Het zandgehalte mag niet hooger zijn dan 1 % (ruw oogsten), het nietvluchtig aetherisch extract niet lager dan 25 % (hierdoor worden ingedroogde noten geweerd). Het gehalte aan wormstekige noten mag niet meer bedragen dan 15 %. Deze noot wordt als Notemuskaat in het Specerijbesluit genoemd. Verpakte waar moet als zoodanig duidelijk leesbaar aangeduid worden. In winkels waar de specerij los verkocht wordt moeten bakken, doozen of voorraadflesschen voorzien zijn van een opschrift in hoofddrukletters minstens 1,5 cm hoog en minstens 1 mm lijndikte.
Muskaatvet (muskaatboter genaamd), wordt in de geneeskunde gebruikt als reuk- en wrijfmiddel. De zoogenaamde muskaatwijn heeft niets met muskaat te maken. Deze naam is afkomstig van muscadeldruiven, een Algerijnsche druivensoort.