Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Mosselen

betekenis & definitie

Mosselen - Deze schelpdieren worden in geweldige hoeveelheden aan onze kusten gevischt. De uitvoer is aanzienlijk, vooral vanuit Zeeland worden groote hoeveelheden geëxporteerd, voornamelijk naar België. De mossel wordt veel meer gekookt gegeten dan de oester. Het gevaar, dat ziektekiemen levend het lichaam zullen binnendringen, is daardoor veel kleiner.

Vooral komt de gewone mossel (Mytilus edulis) als voedsel in aanmerking. In zoetwater komt voor de Hartmossel (Cardium edule), die eveneens voor consumptie geschikt is. Mosselen hebben de volgende samenstelling: water 83 %, eiwit 10 %, vet 1 %, extractiefstoffen 3 %, zouten 3 %. De kenmerken van zuiverheid komen ongeveer overeen met die bij oesters genoemd zijn.

Levende mossels sluiten onmiddellijk de schelp, zoodra ze uit het water genomen worden. Van Mei tot Augustus zijn ze minder voor consumptie geschikt, evenals de oesters. Mosselen worden ook gerookt gegeten of in azijn en kruiden geconserveerd; ze zijn iets voedzamer dan oesters, het eiwitgehalte is over het algemeen grooter, de smaak is echter veel minder fijn, De kans, dat ze met ziektekiemen besmet zullen zijn is bij rauwe mosselen geringer dan bij rauwe oesters, omdat ze zelden een kweekproduct zijn, maar meestal in de natuur gevangen worden en dus betrekkelijk weinig met de menschen en hun afvalstoffen in aanraking zijn geweest (rioolwater). Mosselen, oesters, kreeften, garnalen enz. worden altijd gebruikt met de ingewanden. Dit heeft stellig meer dan eens aanleiding gegeven tot voedselvergiftigingen.

Bij visschen en slachtdieren is dit niet het geval, deze worden nauwkeurig schoongemaakt en alleen het spiervleesch en vet worden genuttigd. Ook overgevoeligheid voor vleesch van weekdieren, speciaal van mosselen, komt nogal eens voor. Gewoonlijk zijn dergelijke vergiftigingen spoedig voorbij. Een vaak voorkomend verschijnsel is het opzwellen van het hoofd.

< >