Sommigen nemen aan dat wij hier stuiten op een verbastering van de duivelsnaam Tortelblisse. De Baere (1940:172) vervolgt dan, en ik parafraseer hem: Een variant van deze naam is Torterblesse, die wij vinden bij Jan van Hout [1602]. Deze duivel is zeer populair geweest bij de alchimisten.
De bastaardvloek melcflessen van korten blisse moeten wij dus zien als een magische uitroep waarbij de duivel en de geheimzinnige wereld der tovenarij oorspronkelijk als getuigen werden aangeroepen. Tot zover de verklaring van De Baere.
Wellicht dat melckflessen dezelfde functie heeft, ook al is het een ellips. In Mariken van Nieumeghen komt de raadselachtige regel voor waarin Moenen een kreet om hulp slaakt. Hulpe melcflessen van corten blissen (vs. 922).
Piet Eligh (1994:129) zegt over deze regel het volgende: “Als ‘melcflessen’ een verbastering is van ‘melefiessen: maleficium’, dan zou de betekenis daarvan ‘boze toverkracht’ kunnen zijn. Die toverkracht zou dan in het vermogen liggen van het wezen dat schuilgaat achter ‘corten blisse’.
De twee mogelijkheden die hier het meest in aanmerking komen, zijn Tortelblisse, een duivelsnaam die voorkomt in het Volksboek van Malegijs en Thor de Bliksemer. Thor was de dondergod van de oude Germanen en de wezens uit hun mythologie werden door het christendom beschouwd als demonen.”