Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

pijltje

betekenis & definitie

(het, -s) spruit, sprietje, spier

- een pijltje gras/haar, grassprietje, haartje.

We werken per week zo'n vier uur in de tuin. Het mag geen verplichting worden. We kunnen een pijltje gras zien staan. - HN, 25-06-1999.

- pijltje trekken, strootje trekken.

< >