Pijltje
o. (-s).
Peter Bakema (2003)
(het, -s) spruit, sprietje, spier - een pijltje gras/haar, grassprietje, haartje. We werken per week zo'n vier uur in de tuin. Het mag geen verplichting worden. We kunnen een pijltje gras zien staan. - HN, 25-06-1999. - pijltje trekken, strootje trekken.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Getty Research Institute (1990)
pijltje - Wordt gebruikt voor lichte, puntige projectielen die op pijlen of korte werpsperen lijken, vaak met veren aan het uiteinde van de schacht, en die met de hand worden geworpen of afgeschoten met blaasroeren. Wordt ook gebruikt voor kleine projectielen met een soortgelijke vorm die worden gebruikt in het darten.
Walter De Clerck (1981)
Sprietje, halm (m. betr. t. gras, onkruid enz.); - ook: haartje: op zijn kop staat hier en daar nog een pijltje. Van sedert de schepping zijn de mannen van uw soort al onkruid aan ’t wieden, en daarom is er geen pijlke te minder, STREUVELS 1962, 168.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: