Wat is de betekenis van pijltje?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pijltje

o. (-s).

2025-07-22
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

pijltje

(het, -s) spruit, sprietje, spier - een pijltje gras/haar, grassprietje, haartje. We werken per week zo'n vier uur in de tuin. Het mag geen verplichting worden. We kunnen een pijltje gras zien staan. - HN, 25-06-1999. - pijltje trekken, strootje trekken.

2025-07-22
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

pijltje

pijltje - Wordt gebruikt voor lichte, puntige projectielen die op pijlen of korte werpsperen lijken, vaak met veren aan het uiteinde van de schacht, en die met de hand worden geworpen of afgeschoten met blaasroeren. Wordt ook gebruikt voor kleine projectielen met een soortgelijke vorm die worden gebruikt in het darten.

2025-07-22
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

pijltje

Sprietje, halm (m. betr. t. gras, onkruid enz.); - ook: haartje: op zijn kop staat hier en daar nog een pijltje. Van sedert de schepping zijn de mannen van uw soort al onkruid aan ’t wieden, en daarom is er geen pijlke te minder, STREUVELS 1962, 168.