ital. naam van het grieksche eiland Zakynthos, een der zuidelijke Ionische eilanden, 438 km.2 groot, met 46.000 inw.; vormt een eigen nomos; is zeer vruchtbaar, brengt groote hoeveelheden krenten voort, alsook: olie, wijn en allerlei zuidvruchten; heeft ook aardpek en petroleumbronnen. De gelijknamige hoofdstad, met 15.000 inw., is de zetel van een griekschen aartsbisschop, en heeft een goede haven.
Katoen-industrie. In 1893 zwaar geteisterd door een aardbeving.