eigenlijk Müslin of Meuslin geheeten, medestichter der Hervorming, geb. 8 Sept. 1497 te Dieuze in Lotharingen, trad 1512 in het klooster der Benedictijnen te Lixheim. Door de geschriften van Luther voer de Hervorming gewonnen, verliet M. 1527 het klooster,, werd diaken aan den dom van Straatsburg, 1531 predikant te Augsburg, waar hij met groot gevolg voor de uitbreiding der Hervorming werkzaam was men M. een verzameling van voorwerpen der natuur of der kunst, die in een daartoe ingericht gebouw ter beschouwing van kenners, voor het genot van kunstlievenden of ook ter onderrichting van leerlingen en meesters zijn bijeengebracht.
De beroemdste musea van Italië zijn die te Rome (in het Yaticaan, op het Capitoól en in het Lateraan), voor marmeren beeldhouwwerken, het Museo Nazionale te Napels met de te Herculanum en Pompeji opgedolven schatten, het aan gesneden steenen en beelden overrijke M. te Florence, de schat v. marmerwerken in de St. Marcus-bibliotheek te Venetië, enz. In Frankrijk behoort het M. in het Louvre, onder Napoleon het rijkste der wereld, nog tot de grootste en rijkste; verder heeft men te Parijs de verzamelingen in het M. van het Luxembourg (moderne schil-derkunst), de keizerl. bibliotheek en het M. Napoleon III, grootendeels uit het Museo Campana bestaande. Ook munten de musea van Arles, Grenoble, Marseille, Nimes, Orange en Toulouse uit. In Spanje is vooral beroemd de schilderijenverzameling in het Padro-M. te Madrid, uit over de 2000 nrs. bestaande, waaronder een groot aantal meesterwerken van Velasquez en Murillo. In Engeland is het Britsch M., met betrekking tot de grieksche kunst, het voornaamste der wereld en bevat de National Gallery te Londen, een der beroemdste schilderijenverzamelingen. Ook te Oxford, Cambridge en Liverpool zijn belangrijke musea.
De hoofdmusea van Duitschland zijn te Dresden, Munchen en Berlijn; verder te Cassel, Hannover, Frankfort a.M., Darmstadt, Keulen, Neurenberg enz. In Rusland hebben de M. in de Eremitage te Petersburg, te Zarskoje-Selo en te Pawlowsk rijke schatten. In Zweden zijn M. te Stockholm, in Denemarken te Kopenhagen, in Zwitserland o. a. te Genève, Bazel en Bern. Ook in Oostenrijk (Weenen) en Hongarije zijn belangrijke musea; geen enkele staat van Europa mist dergelijke kunstverzamelingen en ook de Nieuwe Wereld blijft in dit opzicht zeer zeker niet achter bij de Oude; tal van kunstschatten zijn er in den nieuwsten tijd, soms tegen fabelachtige prijzen, vooral naar de Vereenigde Staten (en vele ook naar particuliere musea) verhuisd; het zijn echter voor het grootste gedeelte werken van nieuwere meesters.
Ook ons vaderland staat in dit opzicht volstrekt niet bij andere landen ten achter; het heeft zelfs wereldberoemde musea, zooals het Ethn. M. te Leiden, de schilderijen verzamel, te Den Haag (Mauritshuis), Haarlem, Rotterdam, Utrecht en elders. De hoofdzetel der kunstverzamelingen in Nederland is evenwel Amsterdam, waar behalve verschillende particuliere verzamelingen (o. a. van Jhr. Six) vooral de aandacht trekken het (stedelijk) Suasso-M. en bovenal het Rijks-M., dat gebouwd werd naar de plannen van den bouwmeester dr. P. J.
H. Cuypers. Dit M. (zie afbeelding) is opgetrokken (1877—85) in den z.g. oud-hollandschen renaissance-stijl en bevat o. m. een der beroemdste schilderijenverzamelingen van geheel Europa. Voorts zijn daarin ook ondergebracht de verzamelingen van het Prentenkabinet, van het Ned. Museum voor geschiedenis en kunst, een groot aantal afgietsels van beroemde zoowel uitheemsche als vaderlandsche beeldhouw- en bouwwerken, enz. In 1798 reeds werd door de regeering der Bataafsche Republiek tot de vorming van een nationaal M. besloten; dit M. werd gevestigd in het Huis ten Bosch nabij Den Haag en 1800 voor het publiek geopend.
Toen 1808 koning Lodewijk zijn residentie van Utrecht naar Amsterdam verlegde, beval hij bij besluit van 21 April de oprichting van een koninklijk M. in de hoofdstad, dat sedert Dec. 1808 in het paleis op den Dam werd geïnstalleerd. In 1810 kreeg het den naam van Hollandsch M.; 1814 werden de verzamelingen daarvan overgebracht naar het z.g. Trippenhuis en in 1885 eindelijk naar het tegenw. M., dat 13 Juli 1885 plechtig werd geopend.