25ste president van de Ver. Staten van N.-Amerika, geb. 29 Jan. 1843 te Niles in Ohio, maakte in de rijen der noordelijken den burgeroorlog mede, gedurende welken hij opklom tot majoor, studeerde daarna in de rechten en vestigde zich in 1867 te Canton als advokaat.
In 1876 werd hij door de republikeinen in de Tweede kamer gekozen; hier diende hij in 1890 een nieuwe, sterk protectionistische tariefwet in,, bekend als de Mc-Kinley-bill. Bij de datzelfde jaar gehouden algemeene verkiezingen liet zijn district hem vallen. In 1891 werd hij gouverneur van den staat Ohio. In 1896 werd hij met 271 stemmen tegen 176 op Bryan (zie ald.), den kandidaat der democratische partij, tot president der unie gekozen en in 1900 met denzelfden tegen-kandidaat herkozen (met 292 tegen 155 stemmen). Zijn politiek was protectionistisch en imperialistisch (annexatie der Sandwich-eilanden, Portorico, de Philippijnen, t Cuba). Weinige maanden na den ingang van zijn tweeden ambtstermijn werd hij te Buffalo, waarheen hij zich begeven had om een tentoonstelling te bezoeken, door den anarchist Czolgosz door twee pistoolschoten zwaar gewond (6 Sept. 1901); hij overl. eenige dagen later, 14 Sept.
Hij gaf in het licht: Speeches and adresses (New-York 1893). Literatuur: Williamson, President M. (New-York 1901), Meeeh, William M. private and president (Londen 1901), A. J. Cohen Stuart, William Mc Kinley (1899, afl. 6 van „Mannen en Vrouwen van beteekenis in onze dagen”).
