Engelsch zeevaarder, geb. 1753, te Tyntan in Cornwallis, vergezelde Cook op een tocht, en werd in 1787 met bet schip „Bounty1- naar Tahiti gezonden, om van dit eiland den broodvruchtboom naar WestIndië over te brengen; de bemanning van het schip sloeg aan het muiten, zette hem met 18 dergenen die zijn zijde bleven houden in een boot, en keerde naar Tahiti terug. Het gelukte B. in zijn open boot over den Grooten oceaan Timor en verder Batavia te bereiken; hij ontdekte op dezen in de geschiedenis alleenstaanden tocht nog een groep eilanden, deBligheilanden; in 1790 was hij in Engeland terug en gaf hetzelfde jaar een beschrijving van zijn wedervaren in het licht, getiteld: Narrative óf the mutiny on board H.M. ship Bounty, waarop later een beschrijving zijner reis: Voyage to the South Sea (1792) volgde, terwijl op zijn aandringen een oorlogsschip onder kapitein Edward naar Tahiti gezonden werd, om de muitelingen gevangen te nemen; een deel werd inderdaad gevat; de overigen waren reeds met het hoofd der muiters, Fletcher Christian, naar het eiland Pitcairn gegaan; hunne lotgevallen aldaar werden door Byron in zijn The Island, or Christian and his comrades tot onderwerp genomen.
B. werd in 1806 tot gouverneur van Nieuw-Zuid-Wales benoemd; hier maakte hij zich echter zoo gehaat, dat de kolonisten hem in 1808 afzetten en naar Engeland terugzonden. Hij stierf als admiraal, 7 Dec. 1817 te Londen.