gouv.-gen. van Nederl.-Indië, geb. in 1635 te Larique op Amboina, ontving zijn opvoeding in Nederland, bezocht aldaar de hoogeschool en keerde in 1659 als onder-koopman terug naar het land zijner geboorte. In 1662 werd hij tot lid van het hooge gerechtshof, in 1672 tot ontvangergeneraal, in 1678 tot buitengewoon en in 1681 tot gewoon raad van Indië aangesteld.
In 1689 werd hem het algemeen bestuur van den indischen handel opgedragen, en twee jaar later werd hij verheven tot gouverneur-generaal, welke waardigheid hij tot 1705 bekleedde. Tot zijn dood (1729) bleef hij te Batavia wonen, waar hij in de Groote Kerk begraven is.
