Gepubliceerd op 14-03-2021

Wilhelm richard wagner

betekenis & definitie

geb. te Leipzig 22 Mei 1813, één der grootste en geniaalste der muzikaal-dramatische dichters en toondichters, kwam na den dood van zijn vader naar Dresden, waar hij de Kreuzschule en het Nicolai-Gymnasium bezocht. Hier openbaarde zich zijn talent als dichter, doch eerst na ’t aanhooren van Goethe’s „Egmont” met de muziek van Beethoven, besloot hij zich op de studie der muziek toe te leggen.

Hij nam onderricht bij G. Müller en T. Weinlig, werd kapelmeester in Würzburg, Maagdenburg en Riga en schreef twee opera’s: DieFeën en Das Liebesverbot. In 1839 reisde hij met zijne jonge vrouw (Minna Planer, met W. gehuwd in 1836) naar Parijs, om daar zijn Rienzi op te voeren. Teleurgesteld verliet hij Parijs in 1842 en ging naar Dresden, waar Bienzi met buitengewoon succes opgevoerd en waar W. als hofkapelmeester aangesteld werd. Der fliegende Holländer, die hij reeds in Parijs had geschreven, werd in Berlijn, en onder L. Spohr in Kassei opgevoerd. In 1845 volgde in Dresden de opvoering van Tannhäuser en in 1847 had hij zijn' Lohengrin voltooid.

Het revolutiejaar 1848 brak aan, en W. moest, gelijk zoo vele anderen vluchten. De jaren der ballingschap werden hoofdzakelijk in Zürich, Venetië, Londen en Parijs doorgebracht. In Zürich voltooide hij het gedicht en gedeeltelijk ook de muziek van den Ring des Nibelungen, eene tetralogie voor drie avonden en een’ vóóravond (das Rheingold, die Walkure, Siegfried en Götterdämmerung) en schreef Tristan en Isolde.

Intusschen had Liszt in Weimar (1850) den Lohengrin opgevoerd. Na de algemeene amnestie keerde W. naar Duitschland terug en komponeerde in 1862 te Biebrich a/Rh. zijne Meistersinger von Nürnberg. In 1864 riep koning Lodewijk II van Beieren hem naar München, waar W. met Hans von Bülow samenwerkte en waar onder zijne leiding o. a. Tristan en de Meistersinger ten gehoore werden gebracht. Door allerlei tegenwerking gedwarsboomd, moest hij München verlaten en leidde hij een zwervend leven, tot hij in 1869 op nieuw in ’t huwelijk trad (zijn eerste vrouw was 1866 gestorven) met Cosima Liszt, de vrouw van Hans von Bülow, en nu tijd en stemming vond, de laatste hand aan zijn groot werk, den Ring des Nïbelungen te leggen, dat in Bayreuth in 1876 in een door hem zelf naar zijne ideeën ingerichten schouwburg opgevoerd werd. In Bayreuth waar hij in zijn eigen huis (Villa Wahnfried) woonde, schreef hij zijn laatste werk, het Bühnenweihfestspiel Parsifal, opgevoerd in 1882. Den winter hierop bracht hij in Venetië door, waar hij op 13 Februari 1883 in Palazzo Vendramin plotseling stierf. Zijn lijk werd naar Bayreuth gebracht en in den tuin achter de villa Wahnfried begraven.

W. heeft in aansluiting aan Weber’s muziek en op grondbeginselen van Gluck het muzikale drama, dat tot daartoe onder den naam „opera” bestond, tot de hoogste ontwikkeling opgevoerd. — Werken van en over W. zijn: 117$ volledige geschriften in 10 Bd„ 117$ briefwisseling met Liszt, WJs brieven aan mevrouw Wesendonck, verder biografieën van Glasenapp, Chamberlain e. a.

< >