minder juist Wallis, een oorspronspronkelijk zelfstandig, thans met het koninkrijk Groot-Britannië vereenigd vorstendom, grenst ten z.-w. en n. aan het Bristol-Kanaal en het St. George-Kanaal, aan den Atlantischen Oceaan en aan de Iersche zee, en ten o. aan de Engelsche graafschappen Chester, Shrop, Hereford en Monmouth; 19.341 km.-.
Het gebergte van W. strekt zich in drie rijen door het land uit. Hoofdpi. is Pembroke. N.-Wales is verdeeld in de graafschappen: Anglesey (eiland), Carnarvon, Denbigh, Flint, Merioneth en Montgomery; Z.-Wales in Breeknock, Cardigan, Carmarthen, Glamorgan, Pembroke en Radnor. Oppervl. en inw. zie tabel bij Engeland, de afz. artikelen en Groot-Britannië. In het Lagerhuis heeft W. 34 afgevaardigden. De Britsche kroonprinsen voeren den titel van Prins van Wales.
Geschiedenis
De oorspronkelijke bewoners van W. waren Kelten, en wel Kymren; een gedeelte van hen vluchtte voor de invallende Angelsaksen (5de eeuw na Chr.) naar de Wouden en gebergten van W., waar zij (de Keltische vluchtelingen) met het kymrisch element samengroeiden tot een eigenaardig volk, dat zijn zeden, karakter en taal tot op den huidigen dag tegenover het engelsche wezen heeft bewaard. Ten tijde der Angelsaksen leefden de Walen onder onafhankelijke vorsten. Toen de Noormannen 1066 Engeland in bezit namen, trachtten de Walen het engelsche juk af te schudden, maar Willem de Veroveraar dwong de vorsten, de engelsche opperhoogheid te erkennen. Tijdens de volgende oorlogen in Engeland gelukte het den Walen, zich geheel aan den eng. invloed te onttrekken; eerst Hendrik II maakte van hun onderlinge verdeeldheid gebruik om hen 1157 opnieuw te : onderwerpen; doch pas onder Eduard I kwam de volledige onderwerping van het land tot stand 1276. De gestrengheid der eng. mark| graven bewoog den toenmaligen oppervorst Llewellyn 1282 tot een opstand», waarbij hij verslagen en gedood werd; zijn broeder David, die den strijd voortzette, viel Oct. 1283 in handen van koning Eduard en werd tereeht| gesteld. Eduard gaf 1284 het land aan zijn ! zoon, den erfprins en lateren koning Eduard » II, in leen met den titel van prins van W.
Owen Glendower, een bard en afstammeling van een oud vorstelijk geslacht, verhief 1400 de vaan van den opstand onder Hendrik IV, die hem. eerst tegen het eind zijner regeering kon onderdrukken. Daarop werden de bewoners van W. in strenge onderdrukking gehouden, totdat het land eindelijk 1536 door Hendrik VIII geheel met Engeland werd vereenigd.