zijn ingesteld bij de Kinderwet van 6 Febr. 1901 (St. 62), en zijn colleges van personen, die geschiktheid en bereidwilligheid bezitten om zich het lot van minderjarigen aan te trekken, waar voorziening in hunnen toestand noodig is. Hunne taak is in het B.
W. en in het K. B. van 15 Juni 1905 (St. 207) geregeld. De voogdijraad heeft nooit voogdij. Alleen kan de voorloopige zorg voor den persoon en de goederen van den minderjarige in zekere gevallen door de rechtbank of den officier van justitie aan den voogdijraad worden toevertrouwd (269, 374d, 439, 374/, 439a). Voorts bestaat de taak van den voogdijraad in het adviseeren der rechtbank bij maatregelen, in het belang der minderjarigen te nemen, o.a. ontheffing, ontzetting der ouders (374c, 440a); herstel in de ouderlijke macht of voogdij (374c, 4406); ontzetting van den voogd (438); vervolgens in het toezicht houden op de gestichten-voogdij (421a); in het ontvangen en verrekenen van bijdragen, die na ontzetting of ontheffing door de ouders moeten worden betaald (374#— 374A', 440c).De minister van justitie kan den voogdijraad raadplegen door tusschenkomst van het Algemeen College van Toezicht, Bijstand en Advies over het plaatsen van minderjarigen in en het ontslaan uit rijksopvoedingsgestichten, over het toekennen van subsidie, het overbrengen in particuliere gestichten in geval van ziekte of krankzinnigheid, en over het eindigen der voorziening in de opvoeding van regeeringswege (20 Beginselenwet 12 Febr. 1901 St. 64).
De voogdijraad kan ook op eigen initiatief een verzoek tot ontheffing of ontzetting van ouders, voogden of toeziende voogden indienen (374a, 438, 440a).
In iedere arrondissementshoofdplaats is één voogdijraad, behalve in Amsterdam en Rotterdam, waar er twee zijn, en bovendien is er één te Leiden en één te Tilburg. Het aantal leden wisselt tusschen 5 en 11. De voorzitter en leden worden niet bezoldigd en worden evenals de secretaris, die salaris geniet, voor 6 jaren door de Koningin benoemd. De voogdijraad kan in elke gemeente binnen zijn ressort agenten benoemen. De secretaris is dagelijks voor het publiek te spreken.