Gepubliceerd op 14-03-2021

Volksvermogen

betekenis & definitie

nationaal vermogen, de gezamenlijke materieele goederen van een volk met inbegrip van die van den staat; de som van het vermogen aller leden eener natie. De algemeene toestand van het V. blijkt uit de verbruiksverhoudingen, de hoogte van het arbeidsloon, het krediet, de opbrengst van zekere directe belastingen (inkomstenbelasting, successierecht).

De hoegrootheid van het vermogen van een volk is niet met zekerheid te bepalen, hoogstens te schatten. Bi] het V. kunnen niet opgeteld worden vermogensbestanddeelen, waar even groote lasten van andere leden van hetzelfde volk tegenover staan, derhalve geen schuldvorderingen op landgenooten (wel vorderingen op het buitenland). In verschill. landen zijn schattingen beproefd van de grootte van het V.; de inkomsten daarvan zijn (alles van omstreeks 1890): GrootBritannië 10.800 millioen pond sterling, Frankrijk 225 milliard francs, Vereenigde Staten 65.037 millioen dollar, België 39- 10 milliard francs, Rusland 10 milliard roebel, Oostenrijk 30 milliard gulden, Hongarije 10.300 millioen gulden, Italië 48—55 milliard lire, Duitschland 175 milliard Mark. Vlg. Weinschenk (1896).

< >