De Successiewet verstaat hieronder eene belasting, verschuldigd over de waarde van hetgeen iemand als erfgenaam of als legataris verkrijgt uit de nalatenschap van een ingezetene, d. i. iemand die zijn domicilie hier te lande heeft, na aftrek van het aandeel, dat hij moet dragen in de schulden van den overledene, diens begrafeniskosten daaronder begrepen.
Bovendien wordt van hen, onder den naam van recht van over gang, eene belasting geheven van de waarde der tot de nalatenschap behoorende effecten en rentegevende schuldvorderingen, die zij in eigendom verkrijgen, zonder aftrek van schulden.
Verder is een recht van overgang verschuldigd over de waarde van de onroerende zaken, hier te lande gelegen of gevestigd, die iemand als erfgenaam of als legataris in eigendom of in vruchtgebruik verkrijgt door het overlijden van iemand, die geen ingezetene was, zonder aftrek van schulden.
Eene belasting, bij het openvallen van nalatenschappen, werd hier te lande reeds lang vóór het ontstaan der Republiek geheven. De verschillende regelingen hieromtrent werden sinds 1 Januari 1806 vervangen door de ordonnantie van 4 October 1805. Krachtens deze was van elke binnen de Republiek opengevallen nalatenschap aan successierecht verschuldigd 10 pCt. van het zuiver saldo daarvan, welk bedrag evenwel voor sommige bloedverwanten wat betreft het aandeel waartoe zij bij versterf — d. i. zonder testament — waren gerechtigd, werd verminderd tot op 7Bk pCt. of 5 pCt., terwijl het voor echtgenooten, van elkander ervende, soms daalde tot 21/2 pCt. Vrijgesteld waren echter de bloedverwanten in de rechte nederdalende lijn en de ouders voor hetgeen zij bij versterf van hunne kinderen erfden, terwijl geen belasting was verschuldigd van nalatenschappen, waarvan het zuiver saldo niet meer dan f 300 bedroeg.
Deze belasting werd 1 Januari 1812 vervangen door een recht van overgang (droit de mutation par décès), dat volgens de toen ingevoerde fransche wet van 22 Frimaire jaar VII werd geheven over de waarde der door overlijden verkregen zaken, zonder aftrek van schulden en ook door bloedverwanten in de rechte lijn was verschuldigd.
Dit recht werd, met ingang van 1 Januari 1814, afgeschaft en werd vervangen door het S. overeenkomstig de toen andermaal ingevoerde ordonnantie van 1805, die bleef gelden tot 1 Januari 1817.
Nadat gedurende dat jaar geen 8. was geheven, werd 1 Jan. 1818 de wet van 27 Dec. 1817 ingevoerd, volgens we]ke een 8. was verschuldigd, dat evenveel bedroeg als het tegenwoordige en waarbij tevens werd ingevoerd een recht van overgang van de hier te lande gelegen onroerende zaken, nagelaten door een niet ingezetene.
Deze wet verviel, nadat zij in 1824 en 1832 was gewijzigd, door de tegenwoordige Wet van 13 Mei 1859, die op 1 Juli van dat jaar in werking trad.
Deze voerde, naast de bestaande rechten van successie en van overgang, een recht van overgang op effecten in. Zij is gewijzigd in 1869, 1878, 1885 en 1897. In 18 IS werd de belasting in de rechte lijn ingevoerd, in 1885 is het laatstgenoemde overgangsrecht uitgebreid tot rentegevende schuldvorderingen en eenigszins verhoogd in 1897, toen tevens nieuwe bepalingen zijn ingevoerd tegen ontduiking of besparing van belasting.
Voor de toepassing der Successiewet wordt de overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek uitgesproken verklaring van vermoedelijk overlijden met werkelijk overlijden gelijkgesteld.
Aan de rechten van successie en van overgang zijn -ook onderworpen de schenkingen onder de levenden door physieke personen gedaan aan de zoogenaamde instellingen van de doode hand.
Eveneens de zaken, die door iemand bij testament of wel op andere wijze worden bestemd voor eene door hem in het leven geroepen stichting.
Voorts is, behalve hetgeen werkelijk geërfd of bij legaat wordt verkregen, aan de rechten van successie en van overgang onderworpen de waarde van zaken, waarvan de overledene zich bij zijn leven ontdeed door middel van sommige handelingen, zooals b.v. schenkingen of kwijtscheldingen, ten aanzien waarvan de wet veronderstelt, dat zij werden gedaan om belasting te ontduiken of te besparen. Ten aanzien van sommige daarvan geldt dit alleen wanneer zij binnen 180 dagen vóór het overlijden des erflaters plaats hadden, met betrekking tot andere, wanneer zij geschiedden ten bate van bloed- of aanverwanten tot en met den vierden graad en hunne echtgenooten, terwijl voor sommige dier handelingen deze beide eischen worden gesteld.
Voor de berekening der rechten moet schriftelijk aangifte worden gedaan — in den regel door de erfgenamen — aan het kantoor der registratie, waaronder de erflater zijn laatste domicilie had en wel binnen: 6 maanden na het overlijden indien dit binnen 7s lands, 8 maanden zoo het daarbuiten doch in Europa en 12 maanden wanneer dit elders voorviel.
Die aangifte moet bevatten eene specifieke opgaaf van den aard en de waarde van hetgeen wordt geërfd of verkregen, van de schulden en begrafeniskosten van den erflater en van de personen door wie wordt verkregen, c. q. met opgaaf van hunne bloedverwantschap tot de overledene.
Wordt eene nalatenschap geheel in de rechte nederdalende linie geërfd en gaat hetgeen ieder zuiver verkrijgt geen f 1000 te boven, dan kan eene kortere, geene specifieke, aangifte worden gedaan.
Voor de regeling der belasting wordt de waarde der verkregen zaken in den regel bepaald door de verkoopwaarde daarvan bij het overlijden.
De aangifte van ingezetenen moet binnen eene maand worden beëedigd, in de rechte nederdalende linie door slechts een der aangevers, door den ontvanger daartoe aangewezen.
Indien het totaal der baten van de nalatenschap niet meer dan f 300 bedraagt en ook wanneer hetgeen door ieder der erfgenamen in de rechte nederdalende linie of door den langstlevenden echtgenoot van den eerststervende, zoo zij samen afkomelingen hebben, daaruit wordt geërfd, geen f 1000 te boven gaat, dan behoeft de aangifte niet te worden beëedigd.
Het S. bedraagt voor: bloedverwanten in de rechte nederdalende linie en voor den eenen echtgenoot van den anderen ervende, indien er afkomelingen uit hun huwelijk bestaan, 1 pCt., bloedverwanten in de rechte opgaande linie 3 pCt., echtgenooten die van elkander erven en samen geen afkomelingen hebben 4 pCt., broeders en zusters 4 pCt., neven of nichten, naneven of nanichten, ooms of tantes, oudooms of oudtantes, voor hetgeen zij van elkander erven 6 pCt.
Voor hetgeen de broeders en zusters en de verdere na hen genoemde personen krachtens testament meer verkrijgen dan volgens de wet en voor alle andere personen bedraagt het recht 10 pCt.
Het recht van overgang van effecten enz. bedraagt in de rechte linie ¼ pCt. en in alle andere gevallen 2 pCt., dat van onroerende zaken steeds 6 pCt.
Op de rechten van successie en van overgang worden opcenten geheven, waarvan het bedrag ieder jaar bij de wet op de middelen wordt vastgesteld en die sinds jaren 38 pCt. van die rechten bedragen.
Van het S. is vrijgesteld, al wat de Staat verkrijgt, hetgeen wordt verkregen door een erfgenaam in de rechte nederdalende linie en door den eenen echtgenoot van den andere, zoo er afkomelingen uit hun huwelijk bestaan, indien hetgeen ieder hunner zuiver verkrijgt geen f 1000 te boven gaat of zoo dit meer doch niet meer dan f 1500 bedraagt, een bedrag van f 500 en voorts alles wat geërfd of verkregen wordt uit eene nalatenschap, waarvan het zuiver saldo niet meer dan f 300 bedraagt.
Van het overgangsrecht op effecten enz. is vrijgesteld hetgeen de Staat verkrijgt, zoomede inlagen op Spaarbanken tot een bedrag van f 800, terwijl dit recht nooit het zuiver saldo der nalatenschap kan overschrijden.
Van het overgangsrecht van onroerende zaken is niets vrijgesteld.
Opbrengst der successie- en overgangsrechten na sterven in Nederland, in duizendtallen van guldens.
Jaren Rechte lijn Andere Totaal
1889 2.606 8.722 11.328
1890 2.734 8.543 11.277
1891 3.215 10.452 13.667
1892 3.205 11.879 15.084
1893 2.418 8.641 11.059
1894 2.785 9.174 11.959
1895 2.495 10.210 12.705
1896 2.375 9.243 11.618
1897 2.255 9.183 11.438
1898 2.159 8.710 10.869
1899 2.503 10.575 13.078
1900 2.981 12.514 15.495
1901 2.537 8.417 10.954
1902 3.378 11.672 15.050
1903 3.086 12.635 15.721
1904 2.942 11.029 13.971