Gepubliceerd op 20-01-2021

Vincenzo bellini

betekenis & definitie

ltal, opera-componist. geb. 3 Nov. 1802 te Catania, Sicilië, overl) 24 Sept. 1835 te Puteaux, bij Parijs. Hij ontving zijn opleiding aan liet conservatorium te Napels, van Tritto, Zingarelii e. a.: na eenige kleinere stukken voor fluit, klarinet en piano, en een cantate, Ismene, te hebben gecomponeerd. verscheen in 1824 zijn eerste opera Adelson e Salvina, die te Napels opgevoerd en goed ontvangen werd; zijn volgende opera, Bianca e F er n and o (1826), op uitnoodiging van het San Carlo-theater te Napels geschreven, opende hem het geheele ital. tooneel.

In 1827 schreef hij voor La Scala te Milaan II Pirata, in 1828 La straniera, welke zijn roem over geheel Italië en tot ver daarbuiten verbreidde, Zaira, in 1829 voor Panna geschreven, had weinig succes; I Capideti ed i Montecchi (1830) werd weer met geestdrift begroet, evenals La Sonnambula (Milaan, 1831); zijn Norma (Milaan, 1831) overtrof al zijn voorgaande werken in dramatische levendigheid; minder goed werd Beatrice di Tenda (Milaan, 1832) ontvangen. In 1833 ging B. naar Parijs, en kort, daarop naar Londen, waar hij schitterend werd ontvangen, doch slechts korten tijd vertoefde: weder te Parijs teruggekeerd, schreef hij voor de italiaansche opera: I Puritani, dat van de groote vorderingen des kunstenaars getuigt en al zijn overige werken in keurige instrumentatie en overeenstemming van melodiën met toestanden overtreft en zijn bestgeslaagd kunstgeheel uitmaakt. B. heeft veel overeenkomst met Rossini, die hem in vindingrijkheid overtreft, doch in zorgvuldige bewerking bij hem ten achter staat; vooral het sentimenteel-weeke is B’s gebied. Met Rossini en Donizetti beheerschte B. een kwarteeuw lang het repertoire; door zijn landgenooten werd hij als de Siciliaansche Orpheus vereerd; in 1882 werd te Catania een standbeeld voor hem opgericht.

< >