Gepubliceerd op 18-03-2021

Victor henri de rochefort-lucay

betekenis & definitie

(markies) fr. journalist, geb. 30 Jan. 1830 te Parijs; schreef als klerk bij de prefectuur van de Seine (1851) eenige vaudevilles en blijspelen, artikelen voor bladen enz., en werd vervolgens medewerker van de „Figaro”; door zijn scherpe, veelal grof-persoonlijke artikelen maakte hij zich weldra vele vijanden, en een menigte duels was hiervan het gevolg, terwijl de regeering, gevaar duchtende van zijn geschrijf, genoemd blad last gaf hem uit de redactie te verwijderen. R. richtte toen onmiddellijk een eigen weekblad op, „La Lanterne” (1 Juni 1868), waarin hij het keizerrijk op de hevigste wijze aanviel en waarvan elk nummer den redacteur op nieuwe boeten en veroordeelingen kwam te staan; hij nam toen de wijk naar België en „La Lanterne” werd nog heviger en hatelijker.

In 1869 naar Frankrijk teruggekeerd werd hij tot afgevaardigde gekozen en richtte in Dec. de „Marseillaise” op, waarin hij zich, na den moord op Victor Noir door prins Pierre Bonaparte (10 Jan. 1870), met zijn volle scherpte tegen het keizerlijk huis keerde; einde Jan. 1870 werd hij wegens beleediging van den keizer tot gevangenisstraf veroordeeld. 4 Sept. bevrijd, en lid geworden van het gouvernement der nationale verdediging, trok hij zich reeds 1 Nov. terug. Hij nam wel geen deel aan de commune, maar werd, toen deze was onderdrukt, op grond van een paar artikelen in zijn blad niettemin tot vestingstraf veroordeeld; de Broglie liet hem in 1873 naar Nieuw-Caledonië transporteeren, vanwaar hij binnen 4 maanden ontsnapte. Na de amnestie van 1880 naar Frankrijk teruggekeerd, richtte hij dadelijk het blad „LTntransigeant” (De Onverzoenlijke) op, dat aanvankelijk radicaal en socialistisch was, later boulangistisch en nationalistisch werd, en van zijn oprichting af weinig meer is geweest dan een periodiek smaadschrift tegen de tegenstanders van het oogenblik. 1889 met Boulanger veroordeeld bleef R. tot 1895 buitenlands. Hij gaf in het licht: La Grande Bohème (1867), Les dépravês (1875), L’Aurore boreale (1878), L’évadê (1880), Les aventures de ma vie (4 dln., 1896) enz.

< >