Gepubliceerd op 18-03-2021

Van rijswijck

betekenis & definitie

vlaamsche familie van letterkundigen te Antwerpen:

Jan Cornelis van R., 1789—1871; gelegenheidsdichten en dergelijke, ook vermaard penteekenaar.

Jan Theodoor van R., oudste zoon van den vorige, 1811—49; gedichten, verhalen, balladen, politieke refreinen, volksliedjes; volledige werken, laatstelijk 1884.

Jan Baptist van R., broeder van den vorige, 1818—69; hekeldichten, dichterlijke bespiegelingen, mengelpoëzie; volledige dicht- en prozawerken, Antw. 1885—90.

Lambert van R., broeder van den vorige, geb. 1822, van beroep zilverdrijver, als schrijver bekend door bijdragen in „Het Taalverbond", almanakken enz., verder door bijbelverhalen.

Ediuard van R., zoon van Jan Theodoor, geb. 1840, dichter; De Genie (politiek gedicht), Weg met cle forten en Tcasteelen (liederen) enz.

Jan van R., zoon van Jan Baptist, geb. 1853, advocaat, schreef hoofdartikelen voor het antw. weekblad „De kleine Gazet” (1883 —88) en gaf eenige van zijn vele, bij allerlei gelegenheden gehouden redevoeringen in het licht. R. is burgemeester van Antwerpen.

< >