adellijk geslacht in Nederland, sedert de 13de eeuw in Gelderland, inzonderheid in het graafschap Zutphen gevestigd. Het stamt af van de heeren van Emmerik, wier geslacht zich reeds vroegtijdig verdeelde in onderscheidene takken, bekend onder den naam van Hekeren, later Heeckeren, Hekeren genaamd van der Ese, waaruit voortsproten Hekeren genaamd Rechteren (thans de graven van Rechteren), van der Ese van Gramsbergen en Millingen (beide uitgestorven), Hekeren genaamd Ulft, die in 1653 uitstierf, en de Rode van Hekeren (uitgestorven in 1805).
Uit dit geslacht zijn vele mannen gesproten, die in staats- en krijgsdienst aanzienlijke betrekkingen bekleedden. In de geschiedenis van Gelderland is het bekend door zijn langdurige en bloedige geschillen met het geslacht der Bronkhorsten.Evert van der Ese was in de tweede helft der 14de eeuw pastoor te Almelo en eerst een hevig tegenstander, later een boezemvriend van Geert Groote. Hij overl. in 1404.
Walraven van H., omstreeks 1570 geb., was eerst in krijgsdienst en streed vele jaren in Vlaanderen. In 1625 tot landdrost van het graafschap Zutphen aangesteld, oefende hij grooten invloed uit en bewees in 1627 groote diensten aan prins Frederik Hendrik, toen deze het beleg van Groenlo moest opbreken, door zich aan het hoofd der gewapende boeren te stellen.
Voor zijn zoon Evert en diens echtgenoote werd door hun kinderen een fraaie graftombe opgericht in de groote kerk te Zutphen, welke nog aanwezig is. — Walraven van H., geb. in 1643, was gezant bij de hoven van Zweden, Brandenburg, Saksen, Munster, Lüneburg en bij den keizer. De door dezen hem aangeboden waardigheid van graaf des h. roomschen rijks sloeg hij af. Hij overl. in 1701.
Reinhardt Burchardt Willem van H., geb. in 1721, klom tot hooge militaire betrekkingen op, was luitenant-generaal der cavalerie, gouverneur van Sluis in Vlaanderen, kommandant van Zutphen in de moeilijke jaren 1783—87 en richtte het regiment huzaren van Heeckeren op.
Evert Ludolph van H., geb. in 1784. was van 1832—38 gouverneur-generaal der Nederl. West-Ind. bezittingen en overl. op zijn terugreis naar Nederland in 1838. — Van het geslacht der van Heeckerens bestaan thans nog verschillende takken. '